donderdag 12 maart 2009

Het zegel en het vaandel, symbolen van de tempeliers

Het zegel

Zegels werden in de middeleeuwen hoofdzakelijk gebruikt om de authenticiteit van documenten aan te tonen. Het zegel werd uitgesneden uit een blok hout, waarna deze in hete was gedompeld werd om een spiegelbeeld van de uitsnede aan te brengen op papier.

Het idee hierachter was dat men de brief in verband bracht met de eigenaar van het zegel, waardoor vervalsingen minder kans van slagen hadden.

Hoewel ik hier alleen aandacht zal besteden aan de symboliek van het zegel dat tegenwoordig wordt gezien als “het” zegel van de orde, te weten de afbeelding van twee ridders op een paard, moet begrepen worden dat de orde gedurende haar bestaan vele zegels gebruikt heeft. Het traditionele zegel werd in 1168 ontwikkeld als het persoonlijke zegel van grootmeester Bertrand van Blancheford.

Over de betekenis van de opdruk van het traditionele zegel zijn veel speculaties. De meest voor de hand liggende betekenis werd geopperd door Carl Jung, psycholoog en occultist. Hij ziet in de twee ridders op een enkel paard een verwijzing naar de gelofte van armoede die de broeders aflegden. Ook het nederige begin van de orde zou hebben bijgedragen aan de keuze voor dit zegel. De broeders waren toen nog zo arm dat ze niet ieder een eigen paard konden betalen. Dit komt echter niet geloofwaardig over, aangezien de orde rond 1168 al tot grote rijkdom gegroeid was. Bovendien werd al bij het concilie van Troyes bepaald dat iedere volle broeder drie paarden mocht hebben. De hogere rangen zelfs vier.

Na de vervolging van de orde in 1307 werd gespeculeerd dat het zegel een verwijzing was naar de homoseksuele praktijken waarvan zij beschuldigd werden.

Sommigen zagen het zegel als een uiting van de dualiteit die binnen de orde te vinden was. Geloften van armoede hadden geleid tot grote rijkdom. De broeders leefden ingetogen, maar waren zeer wereldwijs. In zijn simpelste versie gaat deze theorie zelfs uit van een verwijzing naar de geestelijke kant van de orde enerzijds en de militaire taak anderzijds.

Tenslotte is er nog een theorie die verwijst naar Christus als de tweede figuur op het paard. Zij zien een verwijzing naar de uitspraak van Christus; Waar twee of meer van jullie samenzijn in mijn naam, daar ben ik, temidden van hen.

De achterzijde van het zegel vertoont een afbeelding van de tempelberg, waarvan de tempeliers dachten dat het Solomon’s tempel was. Het is de locatie die hen door Boudewijn I werd toegekend als basis tijdens het prille begin van de orde in het oosten.

Het vaandel

Het vaandel van de tempeliers stond bekend als de Beauséant. De exacte betekenis van het vaandel is over de eeuwen heen verloren geraakt, maar de tweedeling in een zwart en wit vlak lijkt wederom sterk te wijzen op de dualiteit tussen het zondige, wereldlijke bestaan dat de broeders hadden achtergelaten om een puur leven te gaan leiden in dienst van de heer. Overigens waren deze kleuren in dezelfde verdeling te vinden in het vaandel van Hugh de Payens.

Het vaandel werd door de banierdrager, vrijwel altijd een sergeant, ten strijde gedragen. Zolang het vaandel wapperde, was het de tempeliers niet toegestaan de strijd op te geven, op straffe van verwijdering uit de orde (In welk geval de broeder in kwestie verplicht was in te treden in een cisterciënzer klooster). Omgekeerd moest het vaandel hooggehouden worden zolang de tempeliers vochten. De grootmeester bepaalde wanneer het vaandel gestreken werd.

De naam Beauséant komt volgens John J. Robinson voort uit het middeleeuws Frans en omvat naast de voor de hand liggende vertaling van schoonheid een diepere betekenis, te weten nobel of glorieus. Hetgeen Robinson ertoe brengt het vaandel als strijdkreet op te vatten, wees nobel, wees glorieus.

Over het vaandel dient nog te worden vermeld dat de meeste afbeeldingen die men er van kan vinden op schilderen en andere afbeeldingen onjuist zijn. Het vaandel wordt vrijwel altijd afgebeeld, wapperend aan een enkele staf. In werkelijkheid werd de Beauséant tussen twee stokken gespannen, waardoor hij altijd zichtbaar bleef, ongeacht de windkracht. Dit was vanuit militair oogpunt noodzakelijk omdat de orde veel charges toepaste met zware cavalerie. Na een dergelijke charge moesten de broeders makkelijk het vaandel kunnen vinden om her te groeperen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten